Er is vanochtend een betoog van Pieter Hasekamp, directeur van het Centraal Planbureau (CPB), in het Financieel dagblad gepubliceerd. Het volledige artikel kun je hier lezen zonder dat je een account hoeft aan te maken. Andere media zoals de NOS en RTL Nieuws hebben dit ook verder opgepakt.
Allereerst is Bitcoin een decentraal betaalnetwerk. Centrale instanties zoals de overheid of een Centrale Bank zullen nooit de productie, opslag en ver- en aankoop van Bitcoin kunnen reguleren. Einde verhaal.
Wet van Gresham
Maar even terug komen op het betoog van Pieter. Hij begint met de vermelding van de wet van Gresham, deze luidt dat ‘slecht geld’ ‘goed geld’ verdrijft. Dit bleek het geval bij munten van edelmetalen die steeds minder edelmetaal bevatte, maar wel even veel ‘waard’ waren als de munten met meer edelmetaal. Je gaat natuurlijk niet betalen met een munt van 100% goud terwijl een munt van 90% goud als even veel waard wordt bestempeld.
Maar de wet van Gresham gaat niet op in situaties waar het ‘slechte geld’ als minder waardevol dan het ‘goede geld’ wordt gezien. Kijk bijvoorbeeld naar de Venezolaanse Bolivar, dan hebben de Venezolanen toch liever dollars, goud of zelfs Bitcoin. Nu probeert Pieter in eerste instantie Bitcoin af te doen als ‘slecht geld’ (zoals de Bolivar), terwijl het toch vergelijkbaar is met goud en er maar weinig mensen zijn die goud als ‘slecht geld’ zouden beschrijven.
Functies van geld
Daarna wordt er gesproken over de drie functies van geld: rekeneenheid, betaalmiddel en waardeopslag. Het grootste argument dat wordt gepresenteerd is dat de volatiliteit (prijsschommelingen) van Bitcoin het een ongepast betaalmiddel maken. Alhoewel Bitcoin toch echt hoog scoort op waardeopslag, wordt dit afgedaan als pure speculatie, terwijl het punt van beperkte oplage (er zullen nooit meer dan 21 miljoen Bitcoin bestaan) heel handig wordt genegeerd.
Verder zou de ‘anonimiteit’ van Bitcoin transacties alleen geschikt maken voor criminelen, waar ook weer wordt vergeten om te vermelden dat transacties op het Bitcoin netwerk gewoon openbaar zijn en mogelijk terug te herleiden. Hierom geven criminelen steeds meer de voorkeur aan Monero.
Volgens het betoog scoort Bitcoin dus vrijwel laag op alle punten vergeleken met onze huidige betaalmiddel, de euro. De aap komt uit de mouw wanneer er gesproken wordt over digitale versies van munteenheden van Centrale Banken, central bank digital currencies. De overheid wil natuurlijk geen concurrentie op hun eigen monetaire beleid.
Verder wordt ook nog Nobelprijswinnaar Robert Shiller aangehaald met wat hij een contagious narrative noemt: een besmettelijk verhaal waarin mensen geloven omdat andere mensen erin geloven. Letterlijk een beschrijving van ons huidige geldsysteem dus. De euro staat nergens voor garant, vroeger was de waarde van geld gekoppeld aan goud, maar dat is allang niet meer het geval. Je kan betalen met je euro’s omdat de winkel ook gelooft dat je euro’s wat waard zijn.
Onvermijdelijke toekomst
En terwijl Pieter met volle overtuiging argumenteert dat Bitcoin nooit als legitiem betaalmiddel zal worden gebruikt, lijkt het erop dat hij de memo heeft gemist dat El Salvador onlangs een nieuwe wet heeft aangenomen waarbij Bitcoin erkend is als wettelijk betaalmiddel en bedrijven in El Salvador binnenkort verplicht zullen zijn om Bitcoin te accepteren. Daarnaast wordt dit op de voet gevolgd door andere landen, waaronder Panama en Colombia.
Daarmee wordt zijn laatste uitspraak in het betoog “Voor beleggers én overheden geldt: wie als laatste in beweging komt, is de klos.” deels waar. Want de eerste landen die (gedeeltelijk) overstappen op een Bitcoin economie zullen er het meeste profijt van hebben en landen die dit afwachten of zelfs in de ban doen, zullen voor altijd achter worden gelaten.