Meer verdienen met minder geld
In een deflationaire samenleving zou sparen lonen en schuld ontmoedigd worden. Je salaris zou met de jaren dalen, wellicht gelijk blijven of misschien nauwelijks stijgen. Als je baas je salaris gelijk houdt, wordt het steeds duurder om je te betalen. Geld wordt namelijk steeds meer waard in een deflationaire samenleving. Toch zouden de meeste van ons het moeilijk vinden om ons salaris te zien dalen. We hebben eenmaal de voorkeur om cijfers te zien stijgen. Het feit dat we meer boodschappen met minder geld kunnen betalen zal dat gevoel wat wegnemen, maar nooit helemaal.
Deflatie zorgt voor duurzaamheid
In een samenleving gebaseerd op inflatie, wordt je spaargeld steeds minder waard. Dus is het gunstig om steeds een nieuwere en grotere tv of auto te kopen. Je spaargeld is straks toch minder waard. En als je de nieuwste gadget niet kunt betalen, dan leen je gewoon geld via bijvoorbeeld je creditcard en betaal je dit stapsgewijs terug, want je schulden betaal je steeds makkelijker terug (als je salaris mee zou stijgen met inflatie).
In een deflationaire samenleving is het gunstiger om je geld te sparen, want het geld dat je nu spaart is straks meer waard. Dit zou betekenen dat mensen minder snel de nieuwste snufjes blijven aanschaffen, maar dit pas doen wanneer het echt nodig is. Dit betekent niet dat mensen geen geld meer zullen uitgeven, want de boodschappen zullen toch echt nodig blijven.
Een huis kopen zonder hypotheek
Als je een huis wilt kopen in een samenleving met inflatie, dan zul je een hypotheek moeten aanvragen en je diep in de schulden moeten steken. Maar weinig mensen kunnen het geld ophoesten om met hun spaargeld een huis zonder hypotheek te kopen. In een deflationaire samenleving zou het nemen van een hypotheek ontmoedigd worden. Je schulden worden met de jaren steeds duurder om af te betalen. In plaats daarvan zou je geld sparen – en zal dit met de jaren meer waard worden – totdat je genoeg hebt gespaard om zelf een huis te kunnen kopen (zonder hypotheek).
Het verdunnen van waarde
Even kort door de bocht een scenario; Ergens in een ver land hebben we een minuscule economie met twee deelnemers: persoon A en persoon B. Beiden persoon A en persoon B bezitten omgerekend 400 euro. Als persoon C mee wilt doen aan de lokale economie, kan dit op een paar verschillende manieren:
- Door geld bij te drukken voor persoon C,
- Persoon C aan het werk te zetten en waarde te creëren waar persoon A en B voor willen betalen, of
- Persoon A en persoon B leggen geld bij elkaar en schenken dit aan persoon C
Persoonlijk ben ik voor optie 2 en niet tegen optie 3. Optie 3 is wat wij kennen als belasting en zorgt ervoor dat we kunnen leven in een verzorgingsstaat. Waar het fout gaat is bij optie 1.
Stel de lokale overheid drukt 200 euro aan nieuw geld bij voor persoon C. Het geld van persoon A en B is dan per persoon van 50% van de economie, omlaag gezakt naar 40% van de economie. Zonder dat persoon A en B hier controle over hebben, is hun geld 10% minder waard geworden!
Bescherming tegen inflatie
Dus hoe bescherm je je spaargeld tegen inflatie? Hier zijn een paar opties:
- Aandelen
- Goud en zilver
- Bitcoin
Als je een ETF zoals Vanguard All World aanschaft, koop je kleine stukjes aandelen bij zo’n 3000 goed draaiende internationale bedrijven. De voorspellingen zijn dat je aandelen historisch gezien een rendement van zo’n 7% per jaar zullen hebben (inflatie is hierin al berekend).
Het rendement van aandelen is in een groeiende economie gunstiger dan goud en zilver, maar in een krimpende economie behoudt goud en zilver zijn waarde beter dan dat aandelen doen. Vandaar dat veel beleggers hun aandelen inruilen voor goud en zilver in economisch onzekere tijden.
Deelnemen aan een deflationaire economie
Maar een financieel instrument geeft betere rendementen dan aandelen, goud, zilver, vastgoed en andere opties: Bitcoin. Als je rekent vanaf 2016, dan heeft Bitcoin tot nu toe een rendement van 364% per jaar. Dit ligt zelfs hoger als je eerder dan 2016 meerekent. Je kan hier meer over lezen in mijn andere post.
Bitcoin is een deflationaire munteenheid, omdat er een hard limiet van 21 miljoen Bitcoin is. Er zal nooit meer bijgedrukt kunnen worden. Omdat Bitcoin een digitaal betaalmiddel is, is het limiet van 21 miljoen vastgezet in de computer code zonder dat iemand dit zomaar kan aanpassen.
Op het moment is Bitcoin nog niet volledig deflationair, omdat gemiddeld elke 10 minuten nieuwe Bitcoins worden bijgedrukt. De hoeveelheid munten die worden bijgedrukt neemt met de tijd af. Sinds dit jaar worden er per 10 minuten 6,25 Bitcoin bijgedrukt. Over vier jaar halveert dit naar 3,13 en blijft dit elke vier jaar halveren totdat in 2140 de laatste Bitcoin gedrukt zal zijn.
Bitcoin is op het moment al wel meer deflationair dan de euro. De vraag naar Bitcoin is groter dan het aanbod en er kan niet zomaar meer bijgedrukt worden dan 6,25 Bitcoin per 10 minuten. Dit ligt anders bij de euro. In tijden van crisis, zoals de corona crisis, drukt het ECB geld bij. Dit is om de economie draaiende te houden, maar zorgt er ook voor dat je spaargeld minder waard wordt. Als de ECB zo’n 2% inflatie per jaar aanhoudt, dan is je spaargeld van nu over 35 jaar nog maar de helft waard. Dus spreid je risico en kijk naar aandelen, goud en Bitcoin.